norština

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /norʃcɪna/
Woordafbreking
  • nor·šti·na
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord Nor met het achtervoegsel -ština

Zelfstandig naamwoord

norština v

  1. (taal) Noors; een Germaanse taal voornamelijk gesproken in Noorwegen
  1. «V moderní norštině musí mít věta podmět.»
    In modern Noors moet een zin een voorwerp hebben.
Verbuiging
Synoniemen
  • norsky (bw.)
  • norský jazyk m onbezield
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.