moor

Niet te verwarren met: Moor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moor
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘modder’ voor het eerst aangetroffen in 1259 [1] [2] [3] [4] [5] [6]
enkelvoud meervoud
naamwoord moor moren
verkleinwoord moortje moortjes

Zelfstandig naamwoord

moor m [7] [8] [9]

  1. iemand met een zeer donkere huidskleur
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord moor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen


Gronings

Zelfstandig naamwoord

moor

  1. moeras; een drassig gebied waarin men gemakkelijk verzinkt
Synoniemen

Meer informatie


Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /moːɐ(r)/

Zelfstandig naamwoord

moor v

  1. (slang) (familie) moeder
Verbuiging
Synoniemen


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

moor

  1. moeras; een drassig gebied waarin men gemakkelijk verzinkt
Schrijfwijzen
Synoniemen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.