monding
Nederlands
Woordafbreking
- mon·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monding | mondingen |
verkleinwoord | mondinkje | mondinkjes |
Zelfstandig naamwoord
monding v
- plaats waar een rivier uitkomt in zee of meer
- Je moest de Grote Aqua volgen tot bijna aan de monding. [1]
Hyponiemen
- havenmonding, IJsselmonding, kanaalmonding, riviermonding, vuurmonding
Afgeleide begrippen
- mondinggeleider, mondingsenergie, mondingsgebied, mondingshaven, mondingshorizon, mondingsrem, mondingsvlam, mondingsvuur
Vertalingen
1. plaats waar een rivier uitkomt in zee of meer
Gangbaarheid
- Het woord monding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'monding' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.