dopsleutel

Dopsleutel met kruk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dop·sleu·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dopsleutel dopsleutels
verkleinwoord dopsleuteltje dopsleuteltjes

Zelfstandig naamwoord

dopsleutel m

  1. (gereedschap) een sleutel met een vaste of met verwisselbare doppen, om bouten en moeren aan te draaien
    • Deze doppendoos bevat een dopsleutel en 24 losse doppen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord dopsleutel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.