inbussleutel
Nederlands
Woordafbreking
- in·bus·sleu·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van inbus zn en sleutel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inbussleutel | inbussleutels |
verkleinwoord | inbussleuteltje | inbussleuteltjes |
Zelfstandig naamwoord
inbussleutel m
- (gereedschap) een stuk gereedschap om inbusschroeven vast te zetten of los te draaien
Vertalingen
1. een stuk gereedschap om inbusschroeven vast te zetten of los te draaien
Gangbaarheid
- Het woord inbussleutel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.