middenrif

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·den·rif
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tussenschot tussen borst- en buikholte’ voor het eerst aangetroffen in 1485 [1]
  • samenstelling van  midden   en  rif  
enkelvoud meervoud
naamwoord middenrif middenriffen
verkleinwoord middenrifje middenrifjes

Zelfstandig naamwoord

middenrif o

  1. (biologie), (anatomie) spier- en peesachtig tussenschot tussen borstholte en buikholte
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
    spier- en peesachtig tussenschot tussen borstholte en buikholte   

Gangbaarheid
  • Het woord middenrif staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. "middenrif" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.