mestvork
Nederlands
Woordafbreking
- mestĀ·vork
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mest en vork
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mestvork | mestvorken |
verkleinwoord | mestvorkje | mestvorkjes |
Zelfstandig naamwoord
mestvork v / m
- (landbouw) gereedschap om mest te verplaatsen met meestal 4 scherpe tanden en een kortere steel, soms met een handgreep
Gangbaarheid
- Het woord mestvork staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mestvork' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.