mest
Nederlands
Woordafbreking
- mest
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘uitwerpselen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mest | |
verkleinwoord |
mest m
- uitwerpselen van sommige dieren waarmee men land vruchtbaar maakt
Hyponiemen
- beendermest, drijfmest, koeienmest, koemest, kunstmest, mengmest, stalmest, stikstofmest, vloeimest, vogelmest
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. uitwerpselen van sommige dieren waarmee men land vruchtbaar maakt
Gangbaarheid
- Het woord mest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mest' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈmeˀsd/
Woordafbreking
- mest
Naar frequentie | 473 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
mest, g / o / mv
- onbepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van megen
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /mest/
Woordafbreking
- mest
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord mestr
Naar frequentie | 548 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | mye | mer | mest |
o enkelvoud | mye | |||
meervoud | mye | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
mye | mer | meste |
Opmerkingen
- In het Noors wordt mest meestal gebruikt om de overtreffende trap te formen.
- «Hun er mest selvstendig av søsknene.»
- Ze is de meest onafhankelijke van hun broers en zussen.
- «Hun er mest selvstendig av søsknene.»
Bijvoeglijk naamwoord
mest, m / v / o / mv
- onbepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van mye
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
mye | mer | mest |
Typische woordcombinaties
- [1]: mest mulig
zo veel mogelijk
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /mest/
Woordafbreking
- mest
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord mestr
mest, m / v / o / mv
- onbepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van mykje
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | mye | meir | mest |
o enkelvoud | mye | |||
meervoud | mye | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
mye | meir | meste |
Opmerkingen
- In het Nynorsk wordt mest meestal gebruikt om de overtreffende trap te formen.
- «Eg tener mest pengar.»
- Ik verdien het meeste geld.
- «Eg tener mest pengar.»
Bijvoeglijk naamwoord
mest, m / v / o / mv
- onbepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van mye
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
mye | meir | mest |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.