dong
Nederlands
Woordafbreking
- dong
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Vietnamees, in de betekenis van ‘munteenheid van Vietnam’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1946 [1]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dingen |
dong
- enkelvoud verleden tijd van dingen
- Ik dong.
- Jij dong.
- Hij, zij, het dong.
- Ik dong.
Gangbaarheid
- Het woord dong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dong' herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.