mestput
Nederlands
Woordafbreking
- mest·put
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mest zn en put zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mestput | mestputten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
mestput m [1]
- een diepe ruimte waarin men uitwerpselen van het vee bewaart
- Zo'n 450 melkveehouders in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe moesten woensdag hun verse melk laten weglopen in de mestput. Door de gladheid in de nacht van dinsdag op woensdag kon zuivelproducent Friesland Campina de melk niet ophalen. Aan het eind van de ochtend werd het melk ophalen hervat.[2]
- Hoe de koe in de put terecht zijn gekomen is niet bekend. De brandweer is met een speciaal pak in de mestput gegaan om daarna de veetakel in te zetten.[3]
Synoniemen
- vaaltgat, drekpoel
Gangbaarheid
- Het woord mestput staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mestput' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Het Parool 6 JANUARI 2016 Gladheid in het noorden zorgt tot donderdagavond voor hinder
- Tubantia 02-02-18 Koe gered uit mestput bij boerderij in Markelo
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.