meelijwekkend

• Geluid:  meelijwekkend    (hulp, bestand)

• mee·lij·wek·kend

• samenstelling van  meelij   en  wekkend  

meelijwekkend

1. van iets dat je er medelijden door kunt krijgen

1. • De ‘March hare’ en de ‘hatter’ blijken rare lui. Onvriendelijk maar ook een beetje meelijwekkend. De haas is in maart gek geworden, vertelt de hoedenmaker, maar eigenlijk zegt hij zelf de vreemdste dingen. Hij heeft moeilijkheden met de Tijd en zijn horloge geeft alleen de dagen aan. Later zal hij nog een stuk uit zijn kopje bijten. Geleerden uit bijna alle disciplines hebben het verhaal geanalyseerd. Zelfs zijn er aanwijzingen verschenen voor de vertaling ervan want het is meer dan Brits. Wij hier op het continent zijn niet vertrouwd met maartse hazen en krankzinnige hoedenmakers. [1] 

• zielig, beklagenswaardig, deerniswaard, deerniswekkend, deplorabel, ellendig, hartbrekend, miserabel, erbarmelijk, abominabel, beroerd, droevig, schrijnend, treurig, verschrikkelijk, troosteloos

• vrolijk, blij, verheugend

• Het woord meelijwekkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.