meelij
Nederlands
![](../I/m/P1310502_Paris_XVII_eglise_ND_de_compassion_Vierge_de_compassion_rwk.jpg)
beeltenis van de meelij hebbende en opwekkende Maria
Woordafbreking
- mee·lij
Zelfstandig naamwoord
meelij o
- vorm van empathie, waarbij iemand meevoelt met het lijden van een ander
- Maar ik leg hem wel uit dat je mensen bij wie in de Nieuwjaarsnacht een oog moet worden verwijderd en/of een paar vingers geamputeerd omdat ze heel dom met vuurwerk hebben gespeeld, keihard mag uitlachen. Meelij? Nee. Waarop de vrouw van de onderduiker zachtjes mompelt: „Die mensen moeten niet zoals jullie Heleen een seksdagboek gaan bijhouden. Want goede seks begint met een tedere knipoog en daarna zijn de vingers zeker zo belangrijk. Alleen dan krijg je vuurwerk.” [1]
Synoniemen
- compassie, deernis, erbarmen, medeleven, medelijden, barmhartigheid, kassian, ontferming, mededogen, misercordia
Gangbaarheid
- Het woord meelij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'meelij' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Youp van 't Hek 30 december 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.