schrijnend
Nederlands
Woordafbreking
- schrij·nend
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| schrijnen |
schrijnend
- onvoltooid deelwoord van schrijnen
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | schrijnend | schrijnender | schrijnendst |
| verbogen | schrijnende | schrijnendere | schrijnendste |
| partitief | schrijnends | schrijnenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
schrijnend
- betreffende een brandende pijn
- Door het schuren van het zadel en de rijbroek had de ruiter een schrijnende pijn aan zijn benen en zijn zitvlak.
- heel erg slecht
- De schrijnende toestand in het watersnoodgebied maakte snelle hulpverlening noodzakelijk.
Gangbaarheid
- Het woord schrijnend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schrijnend' herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.