lun

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /lʉːn/
Woordafbreking
  • lun
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord lygn.

Bijvoeglijk naamwoord

lun

  1. beschut, luw
  1. «Den kalde vinteren og tørre våren har tatt livet av mange lune tujahekker.»
    De koude winter en het droge voorjaar hebben vele beschutte thujaheggen af laten sterven.
  2. (meteorologie) zacht (klimaat, weer, wind)
  1. «Her finnes det kun hav, sand, palmer og lune vinder.»
    Hier zijn louter zee, zand, palmbomen en zachte wind aanwezig.
  2. bedachtzaam, beheerst, kalm, rustig, zachtzinnig
  1. «Han har et lunt vesen og evne til alltid å finne positive løsninger.»
    Hij heeft een zachtzinnige inborst en het vermogen om altijd positieve oplossingen te vinden.
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud lun lunere lunest
o enkelvoud lunt
meervoud lune
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
lune lunere luneste


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /lʉːn/
Woordafbreking
  • lun
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord lygn.

Bijvoeglijk naamwoord

lun

  1. beschut, luw
  2. (meteorologie) zacht (klimaat, weer, wind)
  3. bedachtzaam, beheerst, kalm, rustig
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud lun lunare lunast
o enkelvoud lunt
meervoud lune
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
lune lunare lunaste
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.