zachtzinnig
Nederlands
Woordafbreking
- zacht·zin·nig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zachtzinnig | zachtzinniger | zachtzinnigst |
verbogen | zachtzinnige | zachtzinnigere | zachtzinnigste |
partitief | zachtzinnigs | zachtzinnigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zachtzinnig
- niet al te ruw, de dingen ontziend
- Hij is wel érg zachtzinnig, hoor.
Vertalingen
1. niet al te ruw, de dingen ontziend
Gangbaarheid
- Het woord zachtzinnig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zachtzinnig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.