long
Nederlands
Woordafbreking
- long
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘ademhalingsorgaan’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- [zelfstandig naamwoord] van Middelnederlands longene, longe [2][3]
- [bijvoeglijk naamwoord] van Engels long
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | long | longen |
verkleinwoord | longetje | longetjes |
Zelfstandig naamwoord
long; v/m [4]
- (anatomie) orgaan waarin gaswisseling plaatsvindt tussen lucht en bloed ten behoeve van het metabolisme
Hyponiemen
- boeklong, klaplong, koollong, kunstlong, linkerlong, rechterlong, stoflong
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
stellend | |
---|---|
onverbogen | long |
verbogen |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
Gangbaarheid
- Het woord long staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'long' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "long" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- long op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.