lomp

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lomp
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen lomplomperlompst
verbogen lompelomperelompste
partitief lompslompers-

Bijvoeglijk naamwoord

lomp [2]

  1. zich op een onwellevende en onbehouwen manier gedragend, grof, plomp
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vod’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1588 [3]
  • [4] [5]
enkelvoud meervoud
naamwoord lomp lompen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

lomp v / m

  1. vod [6]
  2. (vissen) slijmvis [7]
Uitdrukkingen en gezegden
  • Zich niet laten lompen
Afgeleide begrippen
  • lompenbak
  • lompenbank
  • lompenblok
  • lompengaarder
  • lompenhandel
  • lompenhandelaar
  • lompenhok
  • lompenkamer
  • lompenkist
  • lompenkoker
  • lompenkoopman
  • lompenkoper
  • lompenkramer
  • lompenkuip
  • lompenlezer
  • lompenmajoor
  • lompenmand
  • lompenmes
  • lompennet
  • lompenpak
  • lompenpakhuis
  • lompenpapier
  • lompenpers
  • lompenproletariaat
  • lompenschuur
  • lompensnijder
  • lompenstof
  • lompenventer
  • lompenvissen
  • lompenwolf
  • lompenzak
  • lompenziekte
  • lompenzolder
  • lompsuiker
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lomp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.