onheus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·heus
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘onbeleefd’ voor het eerst aangetroffen in 1642 [1]
  • antoniem van heus met het voorvoegsel on- [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onheusonheuseronheust
verbogen onheuseonheusereonheuste
partitief onheusonheusers-

Bijvoeglijk naamwoord

onheus [3]

  1. niet voorkomend
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • onheusheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onheus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.