llamar
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ʝaˈmaɾ/
Woordafbreking
- lla·mar
Werkwoord
llamar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
llamar |
llamaba |
llamado |
volledig |
- onovergankelijk aankloppen, aanbellen
- overgankelijk roepen, ontbieden, laten komen
- oproepen tot/om
- noemen, benoemen, vernoemen
- bellen, telefoneren
- aanschrijven, aanzeggen, kennis geven
- «Mañana te llamo por teléfono.»
- Ik bel je morgen.
- «Mañana te llamo por teléfono.»
Verwante begrippen
Verwijzingen
- llamar in: Diccionario de la lengua española op de website van de Real Academia Española
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.