ontbieden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·bie·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontbieden
ɔnt'bidə(n)
ontbood
ɔnt'bot
ontboden
ɔnt'bodə(n)
klasse 2 volledig

Werkwoord

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

ontbieden

  1. overgankelijk om iemands aanwezigheid verzoeken
    • Hij werd ten paleize ontboden om zijn lintje in ontvangst te nemen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ontbieden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.