ontbieden
Nederlands
Woordafbreking
- ont·bie·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontbieden ɔnt'bidə(n) |
ontbood ɔnt'bot |
ontboden ɔnt'bodə(n) |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
Zelfstandig naamwoord
ontbieden
- overgankelijk om iemands aanwezigheid verzoeken
- Hij werd ten paleize ontboden om zijn lintje in ontvangst te nemen.
Gangbaarheid
- Het woord ontbieden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontbieden' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.