live
Nederlands
Woordafbreking
- live
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘niet van bandopnames’ voor het eerst aangetroffen in 1966 [1]
- van het Engels [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | live |
verbogen |
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- live-cd, live-uitvoering, live-uitzending, liveact, livealbum, liveconcert, livemuziek, liveopname, liveshow
Gangbaarheid
- Het woord live staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'live' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.