borrelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bor·re·len
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van borrel met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
borrelen
borrelde
geborreld
zwak -d volledig

Werkwoord

borrelen

  1. inergatief van vloeistoffen zich bewegen door het opstijgen van vele gasbelletjes [1]
    • De geopende fles borrelde even heftig en kwam daarna tot rust. 
  1. inergatief met elkaar een drankje or meer nuttigen [2]
    • Ze zaten gezellig te borrelen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord borrelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.