klaarmaken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klaar·ma·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klaarmaken
maakte klaar
klaargemaakt
zwak -t volledig

Werkwoord

klaarmaken

  1. overgankelijk voorbereiden
    • Hij was de presentatie aan het klaarmaken. 
  1. overgankelijk uit ingrediënten klaarmaken
    • Zij hadden voor ons een heerlijke maaltijd klaargemaakt. 
  1. overgankelijk (seksualiteit) iemand bevredigen en tot een orgasme brengen
    • Tijdens het minnespel had hij haar oraal klaargemaakt. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord klaarmaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.