klappen
Nederlands
Woordafbreking
- klap·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
klappen |
klapte |
geklapt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
klappen
- inergatief als vertoon van bijval, dank of bewondering de open handen ineenslaan
- Het publiek klapte beleefd, maar meer ook niet.
- ergatief plotseling met een luid geluid vallen
- De omvallende fiets klapte tegen de vloer.
Synoniemen
- [1]: applaudisseren
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- iets met rake klappen bekopen
Vertalingen
1. applaudisseren
iets met rake klappen bekopen
|
Gangbaarheid
- Het woord klappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klappen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.