inklappen
Nederlands
Woordafbreking
- in·klap·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in en klappen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inklappen |
klapte in |
ingeklapt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
inklappen
- overgankelijk een voorwerp verkleinen in omvang door scharnierende delen naar binnen te bewegen
- Hij klapte de poten van het kampeertafeltje in en zette het in de laadbak.
- ergatief kleiner in omvang worden doordat scharnierende delen naar binnen bewegen
- Die poten klappen vanzelf in als je ze losmaakt.
- ergatief ineenstorten, bezwijken, zijn structurele stabiliteit verliezen
- Ten gevolge van de harde botsing was zijn rechterlong ingeklapt.
Gangbaarheid
- Het woord inklappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'inklappen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.