klapstuk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klap·stuk
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vlees van de klapribben, de korte ribben van geslacht vee’ voor het eerst aangetroffen in 1746 [1]
  • samenstelling van  klap ww  en  stuk   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord klapstuk klapstukken
verkleinwoord klapstukje klapstukjes

Zelfstandig naamwoord

klapstuk o [3] [4]

  1. (voeding) stuk rundvlees van de klaprib zeer populair ingrediënt in hutspot en hete bliksem
  2. hoogtepunt van een vertoning
    • De spanning onder het publiek, dat in afwachting was van het klapstuk van de avond, was op haar hoogtepunt. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord klapstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.