uitklappen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitklappen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈœytklɑpə(n)/
Woordafbreking
  • uit·klap·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

uitklappen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitklappen
klapte uit
uitgeklapt
zwak -t volledig
  1. iets met een scharnierende beweging naar buiten bewegen
    • De Nederlanders beschikten over een geheim wapen dat hun wagen een grote voorsprong gaf. 'We hadden als enige team zonnecellen die we konden uitklappen als we stilstonden. Zo konden we extra energie binnenhalen en harder rijden.' [2] 
    • Een helikopter liet de Dream Chaser zaterdag van een hoogte van ruim 3800 meter vallen om de vrije val te simuleren. Het ging lange tijd goed, totdat het landingsgestel moest uitklappen. De wielen aan de linkerkant klapten te laat uit, waardoor de Dream Chaser naast de landingsbaan belandde. [3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitklappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.