uitklappen
Nederlands
Woordafbreking
- uit·klap·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en klappen ww
Werkwoord
uitklappen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitklappen |
klapte uit |
uitgeklapt |
zwak -t | volledig |
- iets met een scharnierende beweging naar buiten bewegen
- De Nederlanders beschikten over een geheim wapen dat hun wagen een grote voorsprong gaf. 'We hadden als enige team zonnecellen die we konden uitklappen als we stilstonden. Zo konden we extra energie binnenhalen en harder rijden.' [2]
- Een helikopter liet de Dream Chaser zaterdag van een hoogte van ruim 3800 meter vallen om de vrije val te simuleren. Het ging lange tijd goed, totdat het landingsgestel moest uitklappen. De wielen aan de linkerkant klapten te laat uit, waardoor de Dream Chaser naast de landingsbaan belandde. [3]
Gangbaarheid
- Het woord uitklappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 10-10-13 Delftse studenten winnen World Solar Challenge
- Tubantia 29-10-13 Kleine spaceshuttle NASA eindigt naast landingsbaan
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.