keuvelaar
Nederlands
Woordafbreking
- keu·ve·laar
Zelfstandig naamwoord
keuvelaar m [1]
- een gezellige prater
- Het oude mannetje was een echte keuvelaar, hij babbelde de hele dag.
Synoniemen
- babbelaar, klapekster, prater, theetante, babbelkous, fabulant, klapper, klets, kletsmajoor, kletsmeier, kwebbel, teut, wauwelaar
Gangbaarheid
- Het woord keuvelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'keuvelaar' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.