keuvelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keu·ve·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘babbelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1724 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
keuvelen
keuvelde
gekeuveld
zwak -d volledig

Werkwoord

keuvelen

  1. inergatief gezellig praten zonder al te veel diepgang
    • De zussen waren weer lekker met elkaar aan het keuvelen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord keuvelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.