kwebbel
Nederlands
Woordafbreking
- kweb·bel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kwebbelen |
kwebbel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwebbelen
- Ik kwebbel.
- gebiedende wijs van kwebbelen
- Kwebbel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwebbelen
- Kwebbel je?
Gangbaarheid
- Het woord kwebbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kwebbel' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.