babbelkous
Nederlands
Woordafbreking
- babĀ·belĀ·kous
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van babbel ww en kous [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | babbelkous | babbelkousen |
verkleinwoord | babbelkousje | babbelkousjes |
Zelfstandig naamwoord
babbelkous v
- een persoon die de neiging heeft veel een langdurig over weinig belangrijke zaken te praten
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord babbelkous staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'babbelkous' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.