prater

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pra·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Van de stam van praten met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord prater praters
verkleinwoord pratertje pratertjes

Zelfstandig naamwoord

prater m

  1. iemand die (veel) praat
    • Geen prater zijn. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord prater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Noors

Woordafbreking
  • pra·ter

Werkwoord

prater

  1. tegenwoordige tijd van prate
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.