kaasschaaf

Een kaasschaaf aan het werk.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kaasschaaf    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈkasχaf/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈkasxaf/
Woordafbreking
  • kaas·schaaf
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘schaaf om plakjes van kaas te snijden’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
  • samenstelling van  kaas   en  schaaf  
enkelvoud meervoud
naamwoord kaasschaaf kaasschaven
verkleinwoord kaasschaafje kaasschaafjes

Zelfstandig naamwoord

kaasschaaf v/m

  1. (huishouden) een gebruiksvoorwerp waarmee een dun plakje van een stuk kaas kan worden gesneden
    • Mensen die onervaren zijn met de kaasschaaf snijden zichzelf er wel eens aan. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kaasschaaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.