kerkuil
![](../I/m/Schleiereule.jpg)
kerkuilen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerkuil (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈkɛrkœʏ̯ɫ/, /ˈkɛrkʌʏ̯ɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛrkœːl/
- (Limburg): /ˈkɛrgœːl/
Woordafbreking
- kerk·uil
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kerk zn en uil zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerkuil | kerkuilen |
verkleinwoord | kerkuiltje | kerkuiltjes |
Zelfstandig naamwoord
kerkuil m
Vertalingen
1. een uil met een lichte onderzijde en een opvallende, hartvormige sluier die gewoonlijk in gebouwen broedt
Gangbaarheid
- Het woord kerkuil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kerkuil' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.