keg

[1] Keg om dekzeilen op een schip vast te zetten
[2] Stemhamer, stemvork en keg.
(Foto Bechstein at pl.wikipedia)

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  keg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • keg
enkelvoud meervoud
naamwoord keg keggen
verkleinwoord keggetje
kegje
keggetjes
kegjes

Zelfstandig naamwoord

keg v/m

  1. (techniek) een blok met één schuine kant, waarmee men iets kan vastklemmen of het wegrollen van bijv. een wiel kan verhinderen. (De doorsnede van een keg is een rechthoekige driehoek, van een wig is dat een gelijkbenige driehoek.
    • De deur woei steeds dicht, we hebben er een keg onder geschoven. 
  1. (muziekinstrument), (gereedschap) een wigvormige demper van rubber die wordt gebruikt bij het stemmen van piano of klavecimbel
    • Om de toon van de te stemmen snaar goed te beluisteren, worden de overige snaren van het snarenkoor met keggen gedempt. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord keg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.