jager
Nederlands
Woordafbreking
- ja·ger
Zelfstandig naamwoord
jager m
- (beroep) iemand die op jacht gaat
- (militair) vliegtuig dat vooral bedoeld is om vijandelijke vliegtuigen en luchtafweer uit te schakelen
- (militair) type schip van de marine
- (militair) infanteriesoldaat van een jagerbataljon
- (vogels) een roofmeeuw, een vogel behorende tot de Stercorariidae
- (scheepvaart) driehoekig zeil vooraan
Synoniemen
- [2] jachtvliegtuig
- [6] jagerzeil
Verwante begrippen
- [1] weitas, jachtgeweer, jachtseizoen, jachtschotel
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- jager-verzamelaar, jagerboom, jagermeester, jagersfontein, jagershond, jagersjas, jagerslatijn, jagerstas
Vertalingen
1. iemand die op jacht gaat
2. jachtvliegtuig
Gangbaarheid
- Het woord jager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jager' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.