hofjager
Nederlands
Woordafbreking
- hof·ja·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hof zn en jager zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hofjager | hofjagers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
hofjager m
- (verouderd) een medewerker aan een koninklijk hof die zijn meester, de koning of de prins-gemaal begeleidde op de jacht
- Ook in Holten was het afgelopen zaterdag eindelijke zover: Na maanden van stilzwijgen, speculaties en zelfs een wedstrijd ‘raad de prins’ viel de spanning weg. Om 23.11 uur mocht iedereen het weten en trad ‘Prins André uut ’n Diekerhook, sire der Reclamemakers, hofjager van de zaagmolen, baron van Diekerhook tot Holten en Look en genieter van het Kruudschot’ eindelijk in de openbaarheid. De jacht is lös[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'hofjager' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Tubantia 15-NOVEMBER-2010
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.