isoleercel
Nederlands
Woordafbreking
- iso·leer·cel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van isoleer ww en cel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | isoleercel | isoleercellen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
isoleercel v/m
- in een gevangenis een cel waar de gevangene in afzondering kan worden opgesloten als strafmaatregel, of voorzorgsregel
- De gedetineerde die de regels overtrad kreeg drie dagen isoleercel opgelegd.
- in een psychiatrische inrichting een ruimte waar een patiënt in afzondering kan worden verpleegd en zo tot rust kan komen
- De psychotische patiënt kwam tot rust in de prikkelarme isoleercel.
Gangbaarheid
- Het woord isoleercel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'isoleercel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.