time-out
Nederlands
Woordafbreking
- time-out
Zelfstandig naamwoord
time-out m
- onderbreken van een wedstrijd voor overleg, waarbij de speelklok wordt stilgezet
- in de geestelijke gezondheidszorg en pedagogiek een rustperiode waarin de cliënt of de leerling tijdelijk uit het dagelijks leven of de schoolsituatie geplaatst wordt
Afgeleide begrippen
- time-outcel, time-outklas, time-outplek, time-outgezin, time-outcentrum
Gangbaarheid
- Het woord time-out staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'time-out' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.