installatie
Een installatie [3]
Een installatie [7]
Een installatie [8]
Nederlands
Woordafbreking
- in·stal·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van installeren met het achtervoegsel -atie
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | installatie | installaties |
| verkleinwoord | installatietje | installatietjes |
Zelfstandig naamwoord
installatie v
- de actie van het installeren (bijv. het zich ergens vestigen en inrichten)
- het resultaat van installeren
- een min of meer plechtige en officiële inwijding in een bepaald ambt
- De installatie van de federale magistraten geschiedt voor de federale procureur.
- eerste bijeenkomst van een besturend orgaan
- (techniek) het plaatsen, opzetten of monteren van een apparaat
- (techniek) het geheel van werktuigen, toestellen en de daarop aangesloten buizen en geleidingen
- Hij vergat zijn stereoinstallatie mee te nemen.
- het opzetten van een nieuw software-pakket op een computer
- Er is iets misgelopen met de installatie van Windows Vista.
- (kunst) een (veelzijdige) kunstvorm
- Schoonheid kan een aspect zijn van een installatie.
Synoniemen
- [3]inauguratie, inwijding
- [6] inrichting
Hyponiemen
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
1. de actie van het installeren
|
3. een min of meer plechtige en officiële inwijding in een bepaald ambt
6. het geheel van werktuigen, toestellen en de daarop aangesloten buizen en geleidingen
Gangbaarheid
- Het woord installatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'installatie' herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.