houwen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hou·wen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘slaan, afhakken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1260 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
houwen
hieuw
gehouwen
klasse 7 volledig

Werkwoord

houwen

  1. inergatief iets met een scherp werktuig trachten af te hakken
    • In de veldslag hieuwen de ridders met hun zwaarden in het rond. 
  1. inergatief het laten ontstaan door houwen.
    • De beeldhouwer was in zijn atelier een waar kunstwerk aan het houwen. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

houwen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord houw

Gangbaarheid

  • Het woord houwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.