keep

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keep
enkelvoud meervoud
naamwoord keep kepen
verkleinwoord keepje keepjes

Zelfstandig naamwoord

keep m

Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kerf’ voor het eerst aangetroffen in 1588 [1]
  • [2] [3]

Zelfstandig naamwoord

keep v / m

  1. inkeping, insnijding, kerf [4]
  2. (vogels) Fringilla montifringilla een zangvogel uit de familie van vinkachtigen (Fringillidae ) [5]
Hyponiemen
  • vizierkeep
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
keepen

keep

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van keepen
    • Ik keep. 
  2. gebiedende wijs van keepen
    • Keep! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van keepen
    • Keep je? 

Werkwoord

vervoeging van
kepen

keep

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kepen
    • Ik keep. 
  2. gebiedende wijs van kepen
    • Keep! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kepen
    • Keep je? 

Gangbaarheid

  • Het woord keep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
75 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
keep keeps

Zelfstandig naamwoord

keep

  1. donjon; zwaarste toren in een middeleeuws kasteel
vervoeging
onbepaalde wijs to keep
he/she/it keeps
verleden tijd kept
voltooid
deelwoord
kept
onvoltooid
deelwoord
keeping
gebiedende wijs keep

Werkwoord

keep

  1. houden
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.