hobbelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hob·be·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘schommelend bewegen’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hobbelen
hobbelde
gehobbeld
zwak -d volledig

Werkwoord

hobbelen

  1. Gaan over een niet gladde weg zodat je zachtjes heen en weer wordt geschudt.
  2. Omdat je over zo'n weg niet snel kunt gaan betekend hobbelen ook langzaam gaan.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hobbelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.