shake

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • shake

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord shake shakes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

shake

  1. (voeding) (drinken) drankje ontstaan door shaken
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • eiwitshake, fruitshake, handshake, milfshake, milkshake, vruchtenshake
Afgeleide begrippen
  • shake-out, shake-up
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
shaken

shake

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shaken
    • Ik shake. 
  2. gebiedende wijs van shaken
    • Shake! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shaken
    • Shake je? 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord shake staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Engels

vervoeging
onbepaalde wijs to shake
he/she/it shakes
verleden tijd shook
voltooid
deelwoord
shaken
onvoltooid
deelwoord
shaking
gebiedende wijs shake

Werkwoord

shake

  1. schudden
  1. «He shook the bottle before opening.»
    Hij schudde de fles alvorens deze te openen.
  2. schokken
  1. «The sudden explosion left him shaken
    De plotselinge ontploffing liet hem geschokt achter.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.