gehobbel
Nederlands
Woordafbreking
- ge·hob·bel
Zelfstandig naamwoord
gehobbel o [1]
- het zich oncomfortabel op- en neergaand voortbewegen op een oneffen weg
- Na eindeloos gehobbel kwamen we aan bij de rand van de stad. Onze redders wilden van geen betaling weten, weigerden ook geld te accepteren om nieuwe dieselolie te kopen. 'We hebben u geholpen', luidde simpelweg het antwoord, waaruit bleek dat eeuwen van beschaving de eeuwen van uitbuiting glansrijk hadden overwonnen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'gehobbel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gehobbel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Reinoud Roscam Abbing 30 september 1995
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.