hartstocht
Nederlands
Woordafbreking
- harts·tocht
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘passie’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
- samenstelling van hart en tocht met het invoegsel -s- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hartstocht | hartstochten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
hartstocht m [3]
- sterke drang van de zinnelijke natuur
- waar het hart sterk naar uitgaat, passie
- onstuimige liefde
- zij las graag romans over ziedende, alles verzengende hartstocht tussen arme beeldschone vrouwen en heren van adel
- Kijk nu eens naar haar mond en stel je een ogenblik voor dat je onze Albert bent. Van die mond had hij warme, tedere kussen gekregen, die zijn buik optilden tot hij op springen stond, hij had haar speeksel in zijn mond voelen stromen en het met grote hartstocht opgezogen, Cécile was in staat tot zulke wonderen, dat ze niet zomaar een meisje was. [4]
Gangbaarheid
- Het woord hartstocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hartstocht' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "hartstocht" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- hartstocht op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 18
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.