happen
Nederlands
Woordafbreking
- hap·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
happen |
hapte |
gehapt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
happen
- inergatief de mond open en dicht bewegen al dan niet gepaard gaande met bijten
- de vis lag op het droge te happen
- ik heb trek, zullen we even wat gaan happen?
- inergatief reageren op een pesterige opmerking
- hij hapt altijd meteen als je iets lulligs zegt
Hyponiemen
- afhappen, appelhappen, bolhappen, brijhappen, doorhappen, kaarshappen, koekhappen, ophappen, overhappen, stroophappen, toehappen, weghappen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- bijten, knauwen
- bamihap, berenhap, burgerhap, stroophap
- bamihapjes, borrelhapjes, garnalenhapjes, kaashapjes, kiphapjes, koninginnenhapjes, wildhapjes
- hapjespan, hapjestafel
Gangbaarheid
- Het woord happen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'happen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Engels
Uitspraak
- Geluid: happen (US) (hulp, bestand)
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to happen |
he/she/it | happens |
verleden tijd | happened |
voltooid deelwoord |
happened |
onvoltooid deelwoord |
happening |
gebiedende wijs | happen |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.