happen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hap·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijten’ voor het eerst aangetroffen in 1588 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
happen
hapte
gehapt
zwak -t volledig

Werkwoord

happen

  1. inergatief de mond open en dicht bewegen al dan niet gepaard gaande met bijten
    • de vis lag op het droge te happen 
    • de hond hapte naar mijn been 
  1. overgankelijk (informeel) eten
    • ik heb trek, zullen we even wat gaan happen? 
  1. inergatief reageren op een pesterige opmerking
    • hij hapt altijd meteen als je iets lulligs zegt 
Hyponiemen
  • afhappen, appelhappen, bolhappen, brijhappen, doorhappen, kaarshappen, koekhappen, ophappen, overhappen, stroophappen, toehappen, weghappen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

happen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hap

Gangbaarheid

  • Het woord happen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to happen
he/she/it happens
verleden tijd happened
voltooid
deelwoord
happened
onvoltooid
deelwoord
happening
gebiedende wijs happen

Werkwoord

happen

  1. afspelen
  2. gebeuren
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.