happening
Nederlands
Woordafbreking
- hap·pe·ning
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘manifestatie’ voor het eerst aangetroffen in 1965 [1]
- van het Engels
- Naamwoord van handeling van het Engelse to happen met het achtervoegsel -ing [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | happening | happenings |
verkleinwoord | happeningetje | happeningetjes |
Zelfstandig naamwoord
happening v / m [3]
- (kunst) spontaan lijkende maar vooraf bedachte gebeurtenis bedoeld om een bewustzijnveranderend effect te veroorzaken
Gangbaarheid
- Het woord happening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'happening' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.