knauwen
Nederlands
Woordafbreking
- knau·wen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘sterk kauwen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
knauwen |
knauwde |
geknauwd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
knauwen
- inergatief ~ op iets trachten door te bijten
- De hond knauwde op een bot.
Gangbaarheid
- Het woord knauwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'knauwen' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.