hapering
Nederlands
Woordafbreking
- ha·pe·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hapering | haperingen |
verkleinwoord | haperingetje | haperingetjes |
Zelfstandig naamwoord
hapering v [1]
- Mijn fiets heeft nu al 30.000 km gereden zonder al te grote haperingen.
- aarzeling
- De jongen kon zonder haperingen alle hoofdsteden van Europa opnoemen.
- Nogmaals, wie helemaal geen kennis van Lewis Carrolls originele verhaal heeft, zal moeite hebben een lijn in het geheel te herkennen. Het personage van de druk schetsende Escher, dat aan begin en einde optreedt, maakt het er niet duidelijker op. Hinderlijk is dat niet, evenmin als haperingen zo hier en daar. Alice in Winterwonderland is een fijne feelgoodvoorstelling die helemaal inspeelt op een ouderwets kerstgevoel. Inclusief een fraaie sneeuwbui. [2]
Synoniemen
- [1] mankement, onregelmatigheid, storing, onderbreking
- [2] twijfel, wankeling, weifeling, stameling, aarzeling, geweifel, schroom
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord hapering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hapering' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Francine van der Wiel 27 december 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.